“Mijn vader was agressief en mijn moeder ziekelijk”, met deze harde woorden blikt Herman Brusselmans terug op zijn jeugdjaren. “Maar eigenlijk waren mijn jeugdjaren goed”, vult de schrijver aan in Het Laatste Nieuws.
“Mijn moeder was een fantastische vrouw, mijn vader, een veehandelaar, deed zijn best en al bij al kijk ik daar met goedertierenheid op terug”, gaat Herman verder.
De schrijver verklapt dat hij de laatste jaren van zijn vaders leven hem financieel ondersteunde. Ook al is Herman zich bewust dat hij omwille van de slagen die hij vroeger kreeg, dit ook had kunnen weigeren. “Dat heb ik niet willen doen. Hij is tot zijn dertien naar school geweest, is dan direct in de boerenstiel beland en al bij al heeft hij dat goed gedaan, denk ik. Hij wist misschien niet beter.”
Toch heeft deze manier van opvoeden duidelijk zijn sporen nagelaten. Op het sterfbed van zijn moeder heeft Hermans op vraag van zijn haar de belofte gemaakt om nooit een vrouw te slaan. “En dat heb ik gedaan. Ik ben opvliegend, ik heb last van stress en ik zou soms dingen tegen de muur willen smijten, maar ik zal nooit mijn hand opheffen. Die eed blijft heilig”, besluit de schrijver.