In Humo vertelt Helmut Lotti dat hij afknapt op mensen die met veel misbaar boos worden.
“Het ziet er ook altijd zo grotesk uit, vind ik: vertrokken gezichten, belletjes spuug, kloppende aders…” De zanger geeft aan dat het vaak voorvalt dat hij zijn lach niet kan inhouden wanneer iemand boos wordt, uiteraard heeft dit vaak als gevolg dat de persoon in kwestie nog kwader wordt.
Gelukkig probeert Helmut heel vaak een conflict te vermijden. “Dat is niet per se een probleem: vaak leidt een confrontatie tot niets, of maakt ze de dingen zelfs nog erger. Maar soms kan het goed zijn om eens te botsen. En daar ben ik dus niet bedreven in.”
Dit zou volgens de zanger een restant uit zijn jeugd zijn. “Ik heb te vaak meegemaakt dat er rond me werd geroepen en gescholden. Dat er conflict was, terwijl ik naar harmonie snakte”, besluit hij.