Guga Baúl vertelt in Humo over de drukte van het leven en hoe de mens zich constant zaken oplegt die hij “móét” doen. Om deze innerlijke gejaagde stem het zwijgen op te leggen, heeft de komiek zijn soelaas gevonden in meditatie.
“Ik sta elke ochtend om tien over zeven op”, gaat de komiek van start en dan mediteer ik twintig minuten”, gaat Guga van start. “Daarna stommel ik wat rond, en dan ben ik klaar om naar beneden te gaan en me in het gewoel van een nieuwe dag te storten.”
De komiek geeft aan dat de ochtend vroeger voor hem pure chaos was. Zo moest hij eten, boterhammen smeren, de kinderen naar school brengen. Allemaal zaken die erg haastig en gejaagd verliepen. Sinds zijn meditatieoefeningen verloopt dit volgens Guga allemaal veel gestroomlijnder.
“Ik ben heel gevoelig, maar tegelijkertijd heb ik ook een bijzonder analytische geest. Ik zit mezelf voortdurend van bovenaf te bekijken. En wanneer ik merk dat ik te ver van mezelf verwijderd ben, dat de stress en het piekeren weer opspelen, weet ik dat ik moet zakken, zakken, zakken, tot ik weer in mijn eigen lijf zit. Wat altijd helpt: contact zoeken met de natuur – met water, met de zee.”
