Minister Vincent Van Quickenborne is al enkele maanden kop van jut bij de politievakbonden. Een mogelijk akkoord over loonsverhoging en tegelijk afbouw van de vervroegde uittreding ligt aan de basis.
“Het is niet meer van deze tijd dat politiemensen op hun 58ste al met pensioen mogen”, benadrukt Van Quickenborne. Volgens hem zal de afbouw van de vervroegde pensionering netjes over acht jaar worden gespreid.
Toch zegt hij regelmatig te worden bedreigd. “De politievakbonden gooien nu met voetzoekers op onze partijbijeenkomsten en intimideren onze leden. Op vergaderingen dreigden ze me af: ‘We zullen u weten te vinden.”
Vincent Van Quickenborne durft tegen de stroom ingaan. Zo was het ook na het Reuzegom-proces. “Als de rechtstaat wordt bedreigd, moeten we opstaan en die verdedigen. Daarom ben ik in gesprek gegaan met een zaal vol Leuvense studenten”, verdedigt de minister zich.
“Ik heb hen uitgelegd wat een werkstraf inhoudt en waarom die vaak beter is dan een gevangenisstraf. Dat was een zinvolle discussie”, besluit Van Quickenborne in Humo.
